Besparingstip: De thermostaat

Je kunt heel wat geld besparen als je de temperatuur in huis niet permanent hoog laat staan. Verwarm alleen als het nodig is. Daarmee kun je honderden euro's per jaar besparen, ook als je in een niet goed geïsoleerd huis woont. De tips: 

• Zet de verwarming laag als je niet thuis bent. 
  Als je niet thuis bent, zet de thermostaat op 15 graden. Maak er een gewoonte van je thermostaat lager te zetten als je de deur uit gaat. 
• Zet de verwarming 's nachts laag.
  Tijdens het slapen, hoeft de verwarming ook niet lager dan 15 graden te staan. Heb je vloer (of wand) verwarming, dan is 17 graden beter. 
• Zet de verwarming eerder laag.
  Als je vertrekt, of gaat slapen, zet dan de temperatuur bijvoorbeeld een uur eerder op een 15 graden. In een verwarmd huis merk je daar niet veel van, maar je bespaart er weer extra mee. 
• Regelbare thermostaat.  
  Een regelbare thermostaat of een slimme thermostaat ondersteunt je ook bij besparen. Je kunt je aan- en afwezigheidstijden van te voren regelen, zodat de CV op 15 graden staat als je er niet bent, en een half uur voor thuiskomst start met opwarmen. Tegenwoordig zijn er ook apps die gekoppeld zijn aan je CV systeem, zodat je van een afstand je verwarming kunt regelen. 
• Regel de temperatuur per ruimte.
  Zet radiatoren uit in kamers waar je weinig of niet komt. Dat levert je ook al weer een besparing op. Je CV ketel hoeft dan niet elke ruimte te verwarmen, waardoor deze eerder klaar is met opwarmen en dus minder verbruikt. Denk hierbij aan rommelkamers of zolders.
• Vakantiewoningen. 
  Heb je een vakantiewoning en kom je er voorlopig niet. Zet de thermostaat op 12 graden. In het geval van nachtvorst, bevriest er niks, maar de CV vraagt niet veel energie.